Voedings- en gezondheidsclaims voor zuigelingenvoeding
Een claim is ruim omschreven in de Europese Claimsverordening (EG) nr. 1924/2006. Een claim is, kort gezegd, iedere boodschap (in tekst of afbeelding, etc.) die gunstige eigenschappen suggereert van voeding op de gezondheid. Voedingsclaims zeggen iets over de gunstige voedingswaarde van een product, bijvoorbeeld “laag in vet” of “met vitamine C”. Gezondheidsclaims zeggen iets over een gezondheidseffect van een voedingsstof in een levensmiddel. Een voorbeeld is de rol van calcium voor botten.
Voor volledige zuigelingenvoeding (0-6 maanden) zijn geen voedings- of gezondheidsclaims toegestaan (art. 8 Ver. (EU) 2016/127). Alleen de vermelding “bevat docosahexaeenzuur” of “bevat DHA” is toegestaan voor volledige zuigelingenvoeding die voldoende DHA bevat voor deze vermelding en die vóór 22 februari 2025 in de handel is gebracht (art. 9, lid 3 Ver. (EU) 2016/127).
De vermelding “lactosevrij” mag voor alle zuigelingenvoeding (0-12 maanden) als het lactosegehalte niet meer is dan 2,5 mg/100kJ (of 10 mg/100 kcal). Als de vermelding “lactosevrij” wordt gebruikt voor zuigelingenvoeding die is geproduceerd van andere eiwitbronnen dan soja-eiwitisolaten, dan moet worden vermeld “niet geschikt voor zuigelingen met galactosemie”. Deze extra vermelding moet in dezelfde lettergrootte en even zichtbaar zijn als “lactosevrij” en in de nabijheid daarvan worden vermeld (art. 9, lid 2 Ver. (EU) 2016/127).
Voor voedings- en gezondheidsclaim op opvolgzuigelingenvoeding geldt de Europese Claimsverordening (EG) nr. 1924/2006. Gezondheidsclaims op producten die exclusief bedoeld zijn voor baby’s van 6-12 maanden worden beschouwd als zogenaamde “kinderclaims” (artikel 14, lid 1, b van Verordening (EG) nr. 1924/2006). Alleen de voor de EU goedgekeurde kinderclaims mogen worden gebruikt. Deze goedgekeurde kinderclaims zijn te vinden in het EU Claims Register.
Bij het gebruik van een gezondheidsclaim moet ook aan alle andere bepalingen van de Claimsverordening (EG) nr. 1924/2006 worden voldaan. Bijvoorbeeld: gezondheidsclaims mogen niet onjuist, dubbelzinnig of misleidend zijn (artikel 3 onder a) en ze moeten begrijpelijk zijn voor de gemiddelde consument (artikel 5, lid 3). Bij het gebruik van een gezondheidsclaim moet ook een bewering worden opgenomen waarin wordt gewezen op het belang van een gevarieerde, evenwichtige voeding en een gezonde levensstijl (artikel 10, lid 2 onder a).