Erik Doll is commercieel manager van het familiebedrijf Buisman. Een bedrijf dat inmiddels ruim 100 jaar bestaat en door scheepsbevrachter Andries Buisman opgericht is. Doll: ‘De overgrootopa van de huidige directeur stopte met het varen en startte het overslagbedrijf Buisman. Hij bracht grondstoffen en goederen van Zwolle het binnenland in en begon met het opslaan en verpakken van deze producten voor zijn klanten. Heden ten dage hebben we 3 pijlers: warehousing, productie en transport. De eerste pijler sluit aan bij waar het bedrijf ooit mee begon: we slaan producten op voor onze partners. Daarnaast produceren we poedervormige zuigelingenvoeding voor veel verschillende merken. Voor de retail en brand-owners in consumentenverpakkingen en voor onze industriële klanten in groot verpakking (25 kg tot 100 kg). Daarnaast verbulken, mengen, verpakken en herverpakken we food-grade zuivelpoeders. Zo mengen we onder andere poedervormige ingrediënten volgens de receptuur van onze partners waarbij deze eigenaar blijft van het product. Wij verzorgen het productieproces van begin tot einde inclusief exportdocumenten wanneer gevraagd. Tot slot helpen we klanten, naast productie en warehousing, met logistieke vraagstukken. We beschikken ook over een eigen wagenpark. De familietraditie wordt voortgezet want afgelopen januari startte de 4e generatie Buisman als dagdagelijkse directie.
Hoewel Buisman veel activiteiten heeft, valt het bedrijf toch onder de “kleinere bedrijven” die lid zijn van de VNFKD. Doll licht toe dat dat komt doordat gekeken wordt naar de omzet. ‘Onze omzet is relatief laag. Er gaat dan wel veel poeder door ons bedrijf heen, maar we hebben de waarde van die poeder nooit in de boeken omdat het eigendom blijft van onze klanten. En ook de waarde die in de opslag staat, zo’n 20.000 pallets, is niet ons eigendom.’
Lidmaatschap van de VNFKD heeft voor Buisman en ook andere kleinere bedrijven verschillende voordelen volgens Doll. ‘Alle leden van VNFKD – grotere en kleinere bedrijven – samen zijn een gesprekspartner voor de overheid en andere organisaties.. Het is voor kleinere bedrijven prettig dat ze binnen de VNFKD mee kunnen liften op de kennis en capaciteit die grote bedrijven hebben en willen investeren. Grotere bedrijven hebben meer capaciteit in menskracht gebaseerd op hun omvang beschikbaar. Daar waar kleinere bedrijven, zeg 2 uur per week aan capaciteit hebben, is dat bij grote bedrijven algauw 1 of meer fte’s. Daarom is het mogelijkheid om meer diepgang/specialisatie te ontwikkelen.
Voordeel van de kleinere bedrijven is weer dat er per medewerker een heel brede kennis aanwezig is. Zo kunnen medewerkers van een kleiner bedrijf binnen een VNFKD-werkgroep vaak goed de breedte van een casus aangeven, waarbij de medewerkers van grote bedrijven vaak de diepte aandragen. En zo is er synergie.’
Doll maakt zich er als vertegenwoordiger van de kleinere bedrijven hard voor dat iedereen binnen de VNFKD gehoord wordt, dat er gelijkwaardigheid is en iedereen gerespecteerd een mening kan geven. ‘Binnen de VNFKD zijn alle meningen oprecht welkom. Of het nu van een groter of kleiner bedrijf komt. En een producent van medische voeding kan best een idee hebben bij wetgeving waar een producent van zuigelingenvoeding iets aan heeft. Dan is het fijn dat de ruimte er is om daar ook over te vertellen. Die openheid en dat respect, is er binnen de VNFKD en dat moet zo blijven.’ Doll heeft een mooie metafoor voor de samenwerking: ‘Zie het als een roeiboot met vier verschillende roeiers en een stuurman. De roeiers moeten in hetzelfde ritme roeien maar zitten met hun rug naar de vaarrichting. De stuurman zit tegenover de roeiers en kijkt in roeirichting en houd de boot op koers. Er is een duidelijk kracht- en rolverschil maar samen hebben ze een heel duidelijk doel voor ogen: zonder omslaan, in een bepaald ritme, resultaat boeken.’
